Titre
Levende Nederlandsche Kunst
Auteur
Niehaus, Kasper
Langue
néerlandais
Éditeur
Bigot & Van Rossum NV, Amsterdam, 1942
Prix
€ 5,00(Excl. toute livraison)
Détails
Gebonden, 264 bladzijden (formaat: 25,5cm x 32cm). Omslag sleets, rug verkleurd, inhoud netjes (niet in geschreven/onderstreept), aantal platen halflos.
Plus d'informations
De schrijver van dit werk, de kunstcriticus Kasper Niehaus, heeft zich altijd gekenmerkt als iemand, die een sterke voorliefde toonde voor alles wat „nieuw" was in de schilderkunst en bijgevolg de hedendaagsch picturale verschijningen afwoog naar een sterk persoonlijken maatstaf.
Dit blijkt ook uit het thans van zijn hand door Bigot en van Rossum N.V. te Amsterdam fraai uitgegeven werk: „Levende Nederlandsche Kunst", waarin Niehaus, betoogt dat wij thans, in een groot tijdperk, een schilderkunstig tijdperk van bloei verkeerend, den aanvang daarvan hebben te stellen op 1911 bij de eerste tentoonstelling van den Modernen Kunstkring in het Stedelijk Museum te Amsterdam.
Dit standpunt impliceert van zelf een sterke beperking, omdat daarmede met één veeg alles wordt weggedoezeld wat na de Haagsche en Amsterdamsche impressionisten Nederland tot heden aan schilders opleverde, die niet gerekend kunnen worden tot eenige „nieuwe" richting, waarvan Niehaus de paladijn wil zijn. M.a.w. de nabloei van het Impressionisme, die zich in ons land, ondanks alle bestrijding en miskenning, sterk wist te handhaven en steeds nog nieuwe adepten kweekt, zij het hier en daar in eenigszins gewijzigden vorm, vindt vanzelf sprekend in dit werk van Niehaus geen weerklank tenzij dan in een paar Amsterdamsche joffers als Coba Ritsema en Lizzy Ansingh. Men kan deze vrijwillige beperking van één kant betreuren, van den anderen kant is er dit voordeel, dat men onmiddellijk weet, wat men aan dit rijk geïllustreerde schilderkunstig overzicht heeft, doordat er zich een persoon in uitspreekt, die recht op zijn doel afgaat en die, ondanks den zich zelf afgemeten weg, nog zoo onnoemlijk veel schoons naar voren weet te brengen van de hedendaagsche Nederlandsche schilderkunst. Mèt Niehaus kan men gerust zeggen, dat deze schilderkunst in een bloeiperiode verkeert, indien men tevens met hem niet voorbij ziet, dat desondanks deze tijd veel mist aan eenheid en eensgezindheid en dat één streven, één bezieling, één strijd niet valt waar te nemen.
Het doel van Niehaus' werk is: te voorzien in een bestaande behoefte aan inlichting omtrent verschillende gebieden der hedendaagsche Hollandsche Beeldende Kunst, waarvan het boek enkele belangrijke proeven zonder voorkeur voor een school binnen veler bereik wil brengen.
Naar artistieke eenheid van het geheel werd dus niet gestreefd en dit is ook aan den opzet van het werk duidelijk merkbaar. Niehaus heeft zijn rijke en veelzijdige stof behandeld door gebruik te maken van een indeeling in hoofdstukken, welke titels, naar hij zelf zegt, met een korrel zout genomen moeten worden. Het zijn verzamelnamen, soms slechts gekozen om de stof te verdeden; een heel persoonlijke visie en indeeling dus.
In verschillende rubrieken heeft de auteur zijn stof ingedeeld. Ter inleiding opent hij met: „Voorgaande meesters", waaronder genoemd worden: Toorop, Derkinderen, Roland Holst, Thorn Prikker, Van Konijnenburg, Bieitner en Vincent van Gogh. Als de voornaamste vertegenwoordigers van het „Post-impressionisme" worden vermeld C. J. Maks en Piet van Wijngaerdt. Onder de „Coloristen" rangschikt Niehaus Kees van Dongen, Jan van Herwijnen, Germ de Jong en Jan Sluijters; van de „Bergensche School" worden vermeld: Colnot, Gestel en de beide Wiegman's. Als „Hollandsche expressionisten" duidt de schrijver aan Chabot en Wiegersma, terwijl hij onder „Nieuwe Objectiviteit" o.a. Fernhout, Dick Ket, Röling en H. van de Velde een plaats geeft. Raoul Hynckes, Pyke Koch, W. Schuhmacher en A. C. Willink worden als vertegenwoordigers van het „Ideaal of magisch realisme" genoemd, C. F. Roelofs en Kristians Tonny van het „Surrealisme". Er volgen dan nog: Hedendaagsche Balische schilderkunst; Moderne Primitieven; Schilderessen, waarvan Niehaus noemt: Lizzv Ansingh, Coba Ritsema en Charley Toorop- Beeldhouwers o.a. Hildo Krop en John Radecker; grafici w.o. Hein von Essen, D. van Gelder en Lodewijk Schelfhout; het Decoratieve en Monumentale waarin o.m. van der Leek en Joep Nicolas genoemd worden; Idyllenschilders zooals Toon Kelder en Kasper Niehaus zelf; Religieuze Kunst; Geïsoleerden en tenslotte: Verschillenden, waarbij men o.a. aantreft Chr. Huidekoper, Jan Mankes en Jan Zondag. De zucht om te rubriceeren heeft dus den schrijver wel bezield, maar zelfs ondanks deze zeer vérgaande klasse-indeeling, is hij, zooals ik boven reeds opmerkte, door de zich zelf opgelegde beperking, toch vele bekende schilders voorbijgegaan, wier werk men op alle groote tentoonstellingen ziet en die Kasper Niehaus als criticus en dus regelmatig bezoeker der exposities zeker kent en gelukkig ook niet altijd vergeet te waardeeren. Hij is zich deze leemte in zijn werk wel bewust, want hij erkent zelf, dat elk waarde-oordeel subjectief is en dat hij soms werk van niet of niet goed gekende kunstenaars bespreekt en bepaalde kunstenaars, door bepaalde werken waarvan hij houdt, in zijn boek vertegenwoordigd laat zijn. Wellicht daarom belooft hij in een eventueelen tweeden bundel een plaats aan zekere kunstenaars, die in dit werk noode gemist worden, al zullen dit wel niet in hoofdzaak de hedendaagsche levende schilders zijn van het naimpressionisme. Dit neemt intusschen niet weg, dat Kasper Niehaus een belangrijk werk heeft geschreven over een groot deel der hedendaagsche schilderkunst in Nederland, welke stellig sterk leeft en dank zij de wijze, waarop de schrijver zijn persoonlijke inzichten formuleert, ook sterk naar voren wordt gebracht.
Dit blijkt ook uit het thans van zijn hand door Bigot en van Rossum N.V. te Amsterdam fraai uitgegeven werk: „Levende Nederlandsche Kunst", waarin Niehaus, betoogt dat wij thans, in een groot tijdperk, een schilderkunstig tijdperk van bloei verkeerend, den aanvang daarvan hebben te stellen op 1911 bij de eerste tentoonstelling van den Modernen Kunstkring in het Stedelijk Museum te Amsterdam.
Dit standpunt impliceert van zelf een sterke beperking, omdat daarmede met één veeg alles wordt weggedoezeld wat na de Haagsche en Amsterdamsche impressionisten Nederland tot heden aan schilders opleverde, die niet gerekend kunnen worden tot eenige „nieuwe" richting, waarvan Niehaus de paladijn wil zijn. M.a.w. de nabloei van het Impressionisme, die zich in ons land, ondanks alle bestrijding en miskenning, sterk wist te handhaven en steeds nog nieuwe adepten kweekt, zij het hier en daar in eenigszins gewijzigden vorm, vindt vanzelf sprekend in dit werk van Niehaus geen weerklank tenzij dan in een paar Amsterdamsche joffers als Coba Ritsema en Lizzy Ansingh. Men kan deze vrijwillige beperking van één kant betreuren, van den anderen kant is er dit voordeel, dat men onmiddellijk weet, wat men aan dit rijk geïllustreerde schilderkunstig overzicht heeft, doordat er zich een persoon in uitspreekt, die recht op zijn doel afgaat en die, ondanks den zich zelf afgemeten weg, nog zoo onnoemlijk veel schoons naar voren weet te brengen van de hedendaagsche Nederlandsche schilderkunst. Mèt Niehaus kan men gerust zeggen, dat deze schilderkunst in een bloeiperiode verkeert, indien men tevens met hem niet voorbij ziet, dat desondanks deze tijd veel mist aan eenheid en eensgezindheid en dat één streven, één bezieling, één strijd niet valt waar te nemen.
Het doel van Niehaus' werk is: te voorzien in een bestaande behoefte aan inlichting omtrent verschillende gebieden der hedendaagsche Hollandsche Beeldende Kunst, waarvan het boek enkele belangrijke proeven zonder voorkeur voor een school binnen veler bereik wil brengen.
Naar artistieke eenheid van het geheel werd dus niet gestreefd en dit is ook aan den opzet van het werk duidelijk merkbaar. Niehaus heeft zijn rijke en veelzijdige stof behandeld door gebruik te maken van een indeeling in hoofdstukken, welke titels, naar hij zelf zegt, met een korrel zout genomen moeten worden. Het zijn verzamelnamen, soms slechts gekozen om de stof te verdeden; een heel persoonlijke visie en indeeling dus.
In verschillende rubrieken heeft de auteur zijn stof ingedeeld. Ter inleiding opent hij met: „Voorgaande meesters", waaronder genoemd worden: Toorop, Derkinderen, Roland Holst, Thorn Prikker, Van Konijnenburg, Bieitner en Vincent van Gogh. Als de voornaamste vertegenwoordigers van het „Post-impressionisme" worden vermeld C. J. Maks en Piet van Wijngaerdt. Onder de „Coloristen" rangschikt Niehaus Kees van Dongen, Jan van Herwijnen, Germ de Jong en Jan Sluijters; van de „Bergensche School" worden vermeld: Colnot, Gestel en de beide Wiegman's. Als „Hollandsche expressionisten" duidt de schrijver aan Chabot en Wiegersma, terwijl hij onder „Nieuwe Objectiviteit" o.a. Fernhout, Dick Ket, Röling en H. van de Velde een plaats geeft. Raoul Hynckes, Pyke Koch, W. Schuhmacher en A. C. Willink worden als vertegenwoordigers van het „Ideaal of magisch realisme" genoemd, C. F. Roelofs en Kristians Tonny van het „Surrealisme". Er volgen dan nog: Hedendaagsche Balische schilderkunst; Moderne Primitieven; Schilderessen, waarvan Niehaus noemt: Lizzv Ansingh, Coba Ritsema en Charley Toorop- Beeldhouwers o.a. Hildo Krop en John Radecker; grafici w.o. Hein von Essen, D. van Gelder en Lodewijk Schelfhout; het Decoratieve en Monumentale waarin o.m. van der Leek en Joep Nicolas genoemd worden; Idyllenschilders zooals Toon Kelder en Kasper Niehaus zelf; Religieuze Kunst; Geïsoleerden en tenslotte: Verschillenden, waarbij men o.a. aantreft Chr. Huidekoper, Jan Mankes en Jan Zondag. De zucht om te rubriceeren heeft dus den schrijver wel bezield, maar zelfs ondanks deze zeer vérgaande klasse-indeeling, is hij, zooals ik boven reeds opmerkte, door de zich zelf opgelegde beperking, toch vele bekende schilders voorbijgegaan, wier werk men op alle groote tentoonstellingen ziet en die Kasper Niehaus als criticus en dus regelmatig bezoeker der exposities zeker kent en gelukkig ook niet altijd vergeet te waardeeren. Hij is zich deze leemte in zijn werk wel bewust, want hij erkent zelf, dat elk waarde-oordeel subjectief is en dat hij soms werk van niet of niet goed gekende kunstenaars bespreekt en bepaalde kunstenaars, door bepaalde werken waarvan hij houdt, in zijn boek vertegenwoordigd laat zijn. Wellicht daarom belooft hij in een eventueelen tweeden bundel een plaats aan zekere kunstenaars, die in dit werk noode gemist worden, al zullen dit wel niet in hoofdzaak de hedendaagsche levende schilders zijn van het naimpressionisme. Dit neemt intusschen niet weg, dat Kasper Niehaus een belangrijk werk heeft geschreven over een groot deel der hedendaagsche schilderkunst in Nederland, welke stellig sterk leeft en dank zij de wijze, waarop de schrijver zijn persoonlijke inzichten formuleert, ook sterk naar voren wordt gebracht.
Images
Leesluis
Nuis 
Verzending van boeken vindt plaats na ontvangst van de betaling. Ophalen is mogelijk na afspraak.
Wij reageren altijd binnen 24 uur na uw bestelling. Heeft u binnen deze tijd geen reactie ontvangen, dan is onze mail waarschijnlijk in de spambox terecht gekomen.
We verzenden via DPD. De tarieven voor thuisbezorging bedragen € 4,15 voor brievenbuspost, € 6,00 voor pakketten tot 1 kg en € 6,25 voor pakketten van 1 kg tot 10 kg. Voor pakketten is het mogelijk om deze af te halen bij een DPD parcelshop (bij pakketten tot 1 kg bedragen de verzendkosten dan € 5,00 en bij pakketten van meer dan 1 kg bedragen de verzendkosten dan € 5,25). Boeken worden standaard naar het huisadres gezonden, wilt u liever afhalen bij een parcelshop, dan dit graag bij de bestelling aangeven. Meerdere boeken ineens kopen scheelt verzendkosten.
De verzendkosten naar België bedragen € 7,00 thuisbezorgd.
Verzendkosten naar andere landen zijn op aanvraag.
Retourneren is mogelijk binnen 14 dagen. Retourkosten zijn voor eigen rekening.
- Tous les livres sont en état complet et normal, sauf indication contraire. De petites imperfections comme une page collée ou un nom sur la feuille ne sont pas toujours mentionnés
- Vous gérez directement cette commande avec Leesluis
- Après votre commande vous et Leesluis recevrez une confirmation par e-mail. Dans l'e-mail que vous pouvez trouver, vous pouvez trouver le nom et l'adresse de Leesluis
- L'acheteur paie les frais de livraison, sauf accord contraire
- Leesluis peut demander un prépaiement
- Boekwinkeltjes.nl essaie de rapprocher les acheteurs et les vendeurs. Boekwinkeltjes.nl n'est jamais impliqué dans un accord entre l'acheteur et le vendeur. Si vous avez un différend avec un ou plusieurs utilisateurs, vous devez le réparer vous-même. Vous indemnisez Boekwinkeltjes.nl de toute réclamation.